In de zuidelijke Alpen ligt de hoogst doorgaande weg van Frankrijk en Europa, de Col de la Bonette met een top van 2802 meter.

Beoordeling :
Prima wegdek, indrukwekkend landschap, prachtig uitzicht, gelijkmatige klim.

Land :
Regio : Provence-Alpes-Côte d'Azur
Departement : Alpes-de-Haute-Provence
Wegnummer : D64

De Col de Restefond is een 2680 meter hoge bergpas in de Franse Alpen die de verbinding vormt tussen Jausiers (bij Barcelonnette) en Saint-Etienne-de-Tinée. De pashoogte vormt de grens tussen de departementen Alpes-Maritimes en Alpes-de-Haute-Provence. De pasweg is gewoonlijk van mei tot oktober voor verkeer geopend.
De route over de Col de Restefond doorkruist het Nationaal park Mercantour en loopt parallel aan de westelijker gelegen paswegen Allos en Cayolle.

Nabij de pashoogte takt een weg in westelijke richting af naar de Col de la Bonette.
Deze weg is aangelegd rondom de Cime de la Bonette.
Het hoogste punt van de route ligt op 2802 meter, waarmee het de hoogste doorgaande weg van Europa is.


Een kleine halve eeuw geleden reikte de Bonette slechts tot 2715 m.
In 1961 werd er een verlenging van twee kilometer aan toegevoegd.
En die lus - die officieel de Cime de la Bonette heet - tilt de weg 87 m verder omhoog.

In 1993 werd de weg van een nieuwe laag asfalt voorzien.
Meteen verscheen dat jaar de col ook in de Tour de France.

Vanuit Jausiers:

Klimgeiten Index: 287
Top : 2802 m
Lengte : 23.8 km
Hoogteverschil : 1590 m
Gemiddeld stijgingspercentage : 6.7 %
Maximale stijging : 10.8 %
Haarspeldbochten : 24
Bijzonderheden :
Bordjes op elke kilometer met hoogte, afstand tot de top en gemiddeld stijgingspercentage voor komende kilometer.


Vanuit Saint-Etienne-de-Tinee:

Klimgeiten Index: 299
Top : 2802 m
Lengte : 25,5 km
Hoogteverschil : 1660 m
Gemiddeld stijgingspercentage : 6.5 %
Maximale stijging : 9.7 %
Haarspeldbochten : 14
Bijzonderheden :
Bordjes op elke kilometer met hoogte, afstand tot de top en gemiddeld stijgingspercentage voor komende kilometer.


Wielerhistorie

De berg werd voor het eerst beklommen in de Tour de France van 1962.
De 'adelaar van Toledo', Federico Bahamontes, kwam twee keer als eerste boven.
In 1993 was het de Schot Robert Millar die als eerste aantikte.

In 2008 was de Zuid-Afrikaan John Lee Augustyn als eerste boven in de etappe van Cuneo naar Jausiers.
In de afdaling miste hij echter een bocht. Hij schoof een niet al te steile helling af maar kon, toen ook zijn fiets weer naar boven gehaald was, zijn weg vervolgen.

Foto's

Klik op foto voor meer foto's.

Kaart


Het verhaal

14 juni 2008 - Naar het dak van Europa

Het is een graad of 15 als we vanuit Barcelonette naar Jausiers fietsen.
De blikken van iedereen staan gespannen, want we gaan de Col de la Bonette beklimmen. Een rit naar het dak van Europa.

De Col de la Bonette staat officieel genoteerd als het hoogste asfalt van Europa en dat wil men hier weten.
Overal staan borden die aangeven dat de top op 2802 meter ligt.
Eigenlijk ligt de top van de pas, de doorgaande weg, op 2680 meter, maar door het aanleggen van een extra lus komt men tot de recordhoogte van 2802 meter.
Voor mij is het de tweede keer dat ik aan deze klus ga beginnen.
Je mag dit gerust een flinke klus noemen want er moet in 24 km een hoogteverschil van 1589 meter worden overwonnen.

Mijn herinneringen gaan terug naar juni 1994 toen ik voor de eerste keer in aanraking kwam met de Col de la Bonette.
Ik voel nog steeds de enorme hitte en voel die ontelbare vervelende vliegen om mijn hoofd cirkelen.
Nu is het echter een stuk koeler en geen weer voor insecten.
Van de plaatselijke VVV heb ik vernomen dat de Bonette maar sinds kort is vrijgegeven voor verkeer.
Het moet ook erg koud zijn op de top (rond het vriespunt).

Vanuit Jausiers loopt de weg tamelijk rustig omhoog.
Het is jammer dat er geen bordjes staan met afstanden, percentages en hoogte.
Je moet volledig vertrouwen op je fietsteller.

Al snel wordt de weg steiler (rond de 7%), maar het blijft een lekker lopende klim. Als ik door een bocht draai sta ik oog in oog met een enorme kudde schapen en geiten. Ik besluit even te stoppen en ben binnen een mum van tijd omsingeld door blatende dieren. Als de kudde gepasseerd is kan ik verder. De uitwerpselen op het wegdek laten precies zien waar de kudde geweest is.

De eerste kilometers rijd ik nog tussen de bomen.
Pas na zo'n 14 km bereik ik boomgrens en veranderd het landschap.
Er ligt veel sneeuw en het wordt steeds frisser.
Ik ervaar ook weer de “ijle lucht” en merk dat mijn ademhaling korter wordt.
Ik passeer een opmerkelijk helder meer en rijd langs metershoge sneeuwwallen.
Overal stroomt er smeltwater uit de rotsen en de natuur is overweldigend.
Af en toe zie ik nieuwsgierige Alpenmarmotten, die toch wel vaker wielrenners gezien moeten hebben?

Het valt mij op dat er nauwelijks auto's langs me heen komen.
De wandelaars en andere toeristen vinden het blijkbaar te koud boven.
In de verte zie ik de top van de Col de Restefond (2680 m) liggen.
Als ik daar arriveer is het er een drukte van belang.
De wielerploeg van Agritubel heeft een wildcard gekregen voor de Tour de France en is met de hele ploeg de col aan het verkennen.
Op 22 juli zal de Bonette als scherprechter fungeren in de etappe van Cuneo naar Jausiers.

Het lusje naar 2802 meter is afgesloten voor alle verkeer middels een enorme hoop sneeuw. Ik zie echter rechts van de hoop een klein paadje en besluit al wandelend langs de sneeuw te gaan.
Daarna fiets ik tussen stenen en rotzooi naar de absolute top van de Col de la Bonette.
Boven is het onder nul. Het uitzicht maakt echter alles goed. Schitterend!
Even krijg ik kippenvel op het moment dat ik me realiseer dat ik nu op het hoogste asfalt van Europa sta.

De top wordt gekenmerkt door een enorme menhir. Obelix zou er trots op zijn.

Snel foto's schieten, windstopper aan en weer naar beneden.
Klappertandend en trillend daal ik af richting Jausiers.
Ik moet 4 keer stoppen om bij te komen van de kou.
Beneden is het 20 graden warmer, maar het zal nog lang duren voor ik weer gevoel krijg in mijn lichaam. Ik heb het eigenlijk nog nooit zo koud gehad.