In de zuidelijke Alpen ligt wellicht de meest beruchte berg van Frankrijk, de Mont Ventoux met een top van 1910 meter.

Beoordeling :
Prima wegdek, indrukwekkend maanlandschap, prachtig uitzicht, mytische klim.

Land :
Regio : Provence - Alpes-Côte d'Azur
Departement : Vaucluse
Wegnummer : D164 (Sault), D974 (Bedoin, Malaucene)

De Mont Ventoux is een berg in departement Vaucluse in het zuiden van Frankrijk, gelegen op zo'n 20 kilometer noord-oost van Carpentras.

Het is de enige berg in de streek de Provence en wordt daarom ook wel de Reus van de Provence genoemd.

De naam van de berg is afgeleid van het Occitaanse woord ven dat berg betekent.
Doordat het veel en hard waait op de top van de berg door de mistral, wordt de naam vaak verkeerd uitgelegd als windberg.
Windsnelheden tot 300 km/u zijn geregistreerd.
Een andere verklaring van de naam dateert uit de 1e of 2e eeuw na Christus.
De Gallische naam laat zich reconstrueren als 'Ven-top(s)', hetgeen 'sneeuw-top' betekent.
In de 10e eeuw verschijnen de namen Mons Ventosus en Mons Ventorius.

Vanuit Bedoin:

Klimgeiten Index: 341
Top : 1910 m
Lengte : 21.6 km
Hoogteverschil : 1602 m
Gemiddeld stijgingspercentage : 7.4 %
Maximale stijging : 11.6 %
Haarspeldbochten : 2
Bijzonderheden : Deze beklimming staat bekend als "de" beklimming van de Mont Ventoux.
Betonnen paaltjes per km die hoogte aangeven en het gemiddelde stijgingspercentage.


Vanuit Malaucene:

Klimgeiten Index: 318
Top : 1910 m
Lengte : 21 km
Hoogteverschil : 1535 m
Gemiddeld stijgingspercentage : 7.3 %
Maximale stijging : 14.2 %
Haarspeldbochten : 4
Bijzonderheden : De klim vanaf Malaucene is zeker zo lastig als die vanuit Bedoin. Het grote verschil is dat er soms wat herstelpunten zijn. Die zitten vrijwel niet in de klim vanuit Bedoin.

Bordjes per km die hoogte aangeven.


Vanuit Sault:

Klimgeiten Index: 164
Top : 1910 m
Lengte : 25.9 km
Hoogteverschil : 1215 m
Gemiddeld stijgingspercentage : 4.4 %
Maximale stijging : 11.5 %
Haarspeldbochten : 0
Bijzonderheden : De klim vanaf Sault is minder lastig dan de twee andere.
Vanaf Chalet-Reynard is de beklimming precies hetzelfde als de klim vanaf Bedoin.

Betonnen paaltjes per km die hoogte aangeven en de afstand tot de top.


Wielerhistorie

De Mont Ventoux is nog niet zo vaak opgenomen geweest in het parcours van de Tour de France.
De berg is erg gevreesd in het profpeleton.

Opmerkelijk is nog steeds de prestatie van Jean-François Bernard, die in 1987 de klimtijdrit over 36.5 km naar de top van de Mont Ventoux afraffelde met een gemiddelde snelheid van 27.47 km/u. Een fabelachtige tijd en prestatie.

Een andere opmerkelijke gebeurtenis is de geste van Lance Armstrong richting Marco Pantani die de etappe in 2000 mocht winnen.
Later kreeg Lance daar spijt van daar hij zelf op de erelijst wilde staan van de befaamde Mont Ventoux.

In 2009 redde Manuel Garate de Tour voor Rabobank met zijn overwinning op de Ventoux.

Jaar : Eerste doorkomst : Land:
1951 Lucien Lazarides
1952 Jean Robic
1955 Louison Bobet
1958 Charly Gaul
1965 Raymond Poulidor
1967 Jan Janssen
1970 Eddy Merckx
1971 Gonzalo Aja
1972 Bernard Thévenet
1987 Jean-François Bernard
1994 Eros Poli
2000 Marco Pantani
2002 Richard Virenque
2009 Juan Manuel Garate
2013 Chris Froome

Klimtijden

De recordtijd voor de klim vanaf Bedoin staat op naam van de Spanjaard Iban Mayo .
Hij realiseerde in het jaar 2004 tijdens de Dauphiné Libéré een beklimming in 55 minuten en 51 seconden.
De Spanjaard verbrak daarmee het vijf jaar oude record van Jonathan Vaughters met 59 seconden.
Daarvoor was record met 1:02:09 uur al 41 jaar lang in handen van Charly Gaul.

Monumenten

Een kilometer onder de top van de Mont Ventoux (vanaf Bedoin, Sault) staat een gedenkteken ter nagedachtenis van de Engelsman Tommy Simpson.
Simpson overleed op 13 juli 1967 door een hartstilstand op de flanken van de Mont Ventoux.
Vermoedelijk is de doodsoorzaak een combinatie van hitte, uitputting, gebruik van amfetamine en een ongelofelijk doorzettingsvermogen.

In 1969 werd het monument geplaatst.

Foto's

Klik op foto voor meer foto's.
Links vanuit Bedoin.
Rechts vanuit Malaucene.

Kaart


Het verhaal

juni 2001

Op de streep, net na de fontein, in Bedoin druk ik mijn tellertje op nul. De klim van 21 kilometer naar de top van de Mont Ventoux vanaf de zuidkant is begonnen. Volgens alle wielerkenners is dit de zwaarste kant van de berg, die er eigenlijk helemaal niet gevaarlijk uitziet. Ik heb al wekenlang het profiel bestudeert en denk elke kilometer en elk stijgingspercentage in mijn hoofd te hebben opgeslagen. Dat dit totaal geen zin heeft zou mij spoedig duidelijk worden.

De eerste paar kilometers zijn niet steil en ik zet meteen de vaart erin. Kenners hebben mij verteld dat een tijd van 1 uur 45 minuten een mooie tijd is voor deze klim, net zoals een tijd van onder het uur een streeftijd is voor de "Alpe d'Huez". De benen voelen goed en ik passeer al vlot enkele opvallende renners. Veel oudere mannen met baarden en snorren en een enkele dame die ik kort groet met "Bonjour". Ze antwoord in het Duits dat het "gut geht". Ik ben optimistisch gestemd en ik drink nog snel wat forse slokken. Op de weg staat van alles geschreven; namen van renners en toeristen en een grappige "Mart Smeets, lul!". Ik kom in het dorp St. Esteve waar de weg scherp naar links draait en meteen weer naar rechts. Het spel gaat beginnen en ik begin op de "23" te rouleren. Het gaat best lekker, maar desondanks heb ik een angstig voorgevoel. Al die verhalen over de Ventoux van de doktoren en alle andere "kenners" had ik nooit serieus genomen. Ik had immers al vele zware cols beklommen en dit kon toch niet zwaarder zijn. De weg loopt steil omhoog, maar je ziet het er niet. Ik begin het aanzienlijk moeilijker te krijgen en moet zo nu en dan gaan staan om alles een beetje op te rekken. Inmiddels zit ik op de "26" en het rouleren begint op harken te lijken. Mijn rug begint pijn te doen van het duwen en ik besluit de "28" te gebruiken.

Nu heb ik niets meer om op terug te vallen en moet ik het er gewoon mee doen. Hier in het bos is het warm, akelig, gemeen en dodelijk. Ik haal een Belg in die er slecht uitziet. Dit geeft mij enigzins moed en ik rond een hairpin waar "Hans 3x" staat geschreven op het asfalt. Later in de week zou ik deze tekst pas begrijpen. De weg wordt minder steil en mijn teller geeft aan dat ik 16 kilometer heb gereden. Zo aanstonds moet het Chalet Reynard in zicht komen waar het laatste deel van de klim gaat beginnen, 6 open kilometers naar de het weerstation op de top. Bij het passeren van het Chalet Reynard, een zeer grote lap asfalt waar je goed moet kijken welke baan je moet hebben,staat mijn teller exact op 1 uur en ik zie een goede tijd in het veschiet. Ik schakel wat tandjes zwaarder, draai de bocht om en voel een beetje wind. Het kan hier vreselijk waaien en dat kan je tijd behoorlijk negatief beinvloeden. Ik links naar beneden en zie een renner in een donkerblauw tenue naderen. Ik had alleen maar renners ingehaald en waar komt deze nou toch vandaan? Al snel komt hij langszij en het blijkt een Fransman te zijn. Dat zie je namelijk meteen aan het merk fiets, altijd een Frans merk, en het petje met de klep omhoog. Er kan geen groet vanaf van deze vrolijke frans en ik bemerk dat hij geen helm bij zich heeft. Deze twee dingen werken als een rode lap en ik besluit in zijn wiel te gaan zitten. Als ik hem observeer zie ik een pezig type met geen grammetje vet en ben ik een beetje jaloers. Hij kijkt om en gaat versnellen. Meteen ga ik staan en in de achtervolging. Dit gaat zo door tot drie kilometer onder de top. Ik krijg hier echter een enorme ram en alles blokkeert. Ik voel kramp in mijn linkerbovenbeen en ik moet lossen. Kwaad dat ik ben op mezelf dat ik me weer heb laten opfokken schakel ik naar de "28" en probeer kalm te blijven. Nu moet ik de schade beperkt zien te houden en mijn hoofd erbij houden. Intussen passeer ik twee renners die naar boven wandelen op hun sokken.

Op een kilometer onder de top rijd ik langs het monument van Tommy Simpson en voel ik eigenlijk helemaal niets bijzonders. Bij de beklimming van de "Izoard", een aantal jaren terug, had ik wel een apart gevoel bij het monument van Coppi en Bobet, maar nu is er geen vleugje emotie of opwinding te bekennen. Plotseling begint mijn tellertje te piepen en het blijkt dat mijn hartslag over het absolute maximum is gegaan. Ik zit nu werkelijk vreslijk verrot en hoop dat ik nog fietsend boven kan komen. Met inmiddels kramp in beide benen bereik ik uiteindelijk de top waar twee vreemde Nederlanders mij moeten opvangen en helpen afstappen. Met veel moeite weet ik nog net mijn teller stop te zetten en zie een tijd van 1 uur en 37 minuten staan. Het duurt een eeuwigheid voor ik weer enigzins op adem ben en weer een praatje kan maken met die toch wel aardige Nederlanders. Het was een afschuwelijke ervaring en wat hebben al die "kenners" gelijk gehad!

PS: de Fransman heb ik niet meer gezien en mijn maximale hartslag is nu 196.


8 september 2008

Wat ooit begon als een grap gaat vandaag echt gebeuren.
Lubbert, Henkapie en ik gaan de Mont Ventoux van drie kanten beklimmen.
We doen de volgorde Malaucène, Bédoin en Sault.

Het is zeven uur geweest als we onder een dun zonnetje op de fiets richting Malaucène rijden.
Bertus gaat vandaag als ploegleider, soigneur en geestelijk ondersteuner mee in de auto.
Wat we toen nog niet konden vermoeden blijkt dat later van onschatbare waarde te zijn.

Om 7:45 beginnen we aan de klim vanuit Malaucène.
Het is een fraaie doch lastige klim. Alles verloopt volgens wens en plan.
Zo'n 4 km onder de top komen we in de wolken en is het erg mistig. Ik zie geen hand voor ogen en voor ik het weet sta ik op de top.
Boven is het koud en mistig en het waait verschrikkelijk (windkracht 8 a 9).
Als ook Henkapie en Lubbert boven zijn moeten we van Bertus instappen.
Afdalen is niet verantwoord onder deze omstandigheden en hij brengt ons naar Bédoin.

In Bédoin is het echter prachtig weer en tientallen fietsers rijden naar boven.
Ook wij beginnen dapper aan de klim.
Het gaat makkelijker dan ik dacht en het gevreesde bos, met stukken boven de 10% en geen mogelijkheid tot herstel, valt reuze mee.
Halverwege begint het zachtjes te regenen wat zeer verkoelend werkt.
De regen gaat echter over in plensbuien en bij Chalet Reynard ben ik al aardig doorweekt.
Bertus staat te zwaaien met bananen, maar ik besluit meteen door te rijden.
De regen is intussen veranderd in hagelstenen. Wat een narigheid.
In een fatsoenlijke tijd van 1 uur en 50 minuten bereik ik de top. Het is er werkelijk hondeweer.
Koud en rillend stap ik in de auto bij Bertus, die de verwarming op meer dan verschrikkelijk heeft staan.
Ook Henkapie en Lubbert komen boven en duiken snel in de auto.
Bertus wil nog steeds niet dat we in dit weer gaan afdalen en brengt ons naar Sault.

Het regent pijpestelen en we zien het eigenlijk niet meer zitten om een derde keer naar boven te gaan.
Dit veranderd vrij snel na een heerlijk bord spaghetti.
Het is even droog en we besluiten om de 26 km naar boven te doen.
Het is precies 5 km droog, waarna het met bakken uit de lucht komt.
Lubbert raakt in de problemen en heeft serieus pijn aan de rechterheup. Ik praat hem moed in en lieg voortdurend over de afstand.
Met pijn en moeite bereiken we de streep.
We zijn ontzettend blij als we de auto met Bertus en Jacq (Corrie Vos) zien staan.
Het is volbracht. We zijn vandaag toegetreden tot het illustere gilde van de "Malloten van de Mont Ventoux" .

Je moet inderdaad volstrekt idioot zijn om dit te doen. Zeker onder deze omstandigheden.
Wel is het een zeer voldaan gevoel om dit een keer te kunnen doen.
Volgende keer ga ik voor 4 keer?